Roei Instructie

Roei instructie Koevern’se Sloepenrace

  1. Regelmaat is belangrijker dan kracht.

De boot kan alleen snelheid krijgen als alle roeiers gelijk en gelijkmatig roeien. Door onregelmatig roeien, gaat de boot schommelen en remt dan af; bovendien wordt hij dan moeilijk bestuurbaar. Probeer daarom eerst om regelmaat in het roeien te krijgen; daarna kan de snelheid opgevoerd worden.

  1. De stuurman / vrouw is de kapitein van het schip.

Hij / zij is de enige die het overzicht heeft over alle roeiers. De stuurman / vrouw geeft daarom het tempo aan en geeft aan wanneer de boei gerond moet worden.

  1. De stuurman / vrouw bepaalt samen met de slagroeier (2) het tempo.

De overige roeiers nemen de slag over van de slagroeier. Dit gaat als volgt: de roeier naast de slagroeier (1) roeit gelijk op met de slagroeier, de overige roeiers nemen de slag over van degene die voor hen zit.

  1. De riemen niet te diep, onder een hoek van 45 graden, in het water steken.

Als de riemen te diep in het water steken gaat dit ten koste van de snelheid en vergt dit onnodig veel kracht van de roeiers. Bovendien is de kans dan groot dat de riemen breken.

  1. Het blad van de riemen verticaal houden (beter nog iets voorover).

Als een riem niet ‘lekker in de hand’ ligt, draai hem dan 180 graden.

  1. Het roeien: begin met startklaar liggen.

Dit is met gestrekte armen zo ver mogelijk naar voren en de riemen vlak boven het water. Daarna ga je met gestrekte armen naar achteren en op het laatste moment trek je de riemen naar je toe.

  1. Het ronden van de boei.

Bij het linksom ronden (tegen de wijzers van de klok in) roeien de roeiers aan stuurboord (1,3,5 en 7) krachtig door. De overige roeiers houden de riemen boven het water. Eventueel kan de slagroeier (2) de boot iets afremmen om de boei krapper te kunnen ronden.

  1. Het passeren van bruggen.

De stuurman / vrouw moet tijdig waarschuwen voor obstakels, Hou bij het passeren van bruggen de riemen met het blad naar achteren, richting stuurman / vrouw (je handen dus naast/achter je ). Denk bij het passeren van bruggen ook om je hoofd!

  1. Een tip voor degenen die snel blaren krijgen: trek een paar wielren-handschoenen aan.

Enkele roeitermen:

  • stuurboord = rechterkant, dus rechts van de stuurman/-vrouw
  • bakboord = linkerkant, dus links van de stuurman/-vrouw
  • halen = riemen naar je toe trekken, de boot gaat dan vooruit
  • strijken = riemen van je af duwen, de boot gaat achteruit
  • houden = riemen stil in het water houden, de boot ligt stil.